Het verhaal van Roemer Declercq en Sasha Plant

In gesprek met schrijver Kader Abdolah

kaderabdolah 1
kaderabdolah boek2

Nieuw leven in een nieuw land

Bedankt voor uw lezing! U hebt net verteld over hoe u een compleet nieuw leven in een nieuw land moest beginnen, wat natuurlijk heel spannend moest zijn. Vandaar de vraag: wat is angst volgens u en hoe kan je het overwinnen?

Ik ben 30 jaar bezig met de Nederlandse taal. 30 jaar angst en onzekerheid. 30 jaar ben ik bang geweest dat het niet zal lukken, dat ik geen goed boek zal kunnen schrijven. Maar juist die angst is de motor geweest voor mijn werk. Wees niet bang voor je angsten, koester je angsten, gebruik je angsten en onzekerheden om je doelen te bereiken. Door te schrijven in het Nederlands heb ik een nieuw mens, een nieuwe man, een nieuwe schrijver van mezelf gemaakt. En dan was het juist een constante worsteling, gevecht met de angst. Dus: wees niet bang voor je angsten! Angsten heb je nodig om je doelen te bereiken.

Aangeboren talent

Denkt u dat het vermogen om goed te schrijven een aangeboren talent is, of iets dat je in jezelf kunt ontwikkelen? 

Elk persoon, elke leerling heeft een specifiek, eigen talent, maar alleen wie dat ontdekt, wie daar aan zit en wie daar aan werkt kan succes hebben. Dat geldt niet voor iedereen, dat kan niet iedereen door verschillende omstandigheden, door gezinssamenstellingen, door ouders. Sommigen kunnen er niet mee in aanraking komen, maar wie er in aanraking mee komt bereikt zijn aard.

Schrijft u uw boeken met een bepaald doel?

Ja, natuurlijk. Mijn positie, de positie van Kader Abdolah, is heel anders dan positie van native of oorspronkelijk Nederlandse schrijvers. Ik kom uit een andere cultuur, ik kom in totaal andere tijden Nederland binnen, wanneer het land en Europa aan het veranderen zijn. Je bent een andere stem, nieuwe stem, met meer verantwoordelijkheid. Net zei één van jullie docenten tegen mij: “Je bent een stem”. Ik dacht dat ik een schrijver was, maar ik ben een schrijver en ook tegelijkertijd een stem in de oudere Nederlandse samenleving. En die stem vertelt ons over de veranderingen. Het moet eerlijk zijn, het moet gerechtvaardigd zijn, het moet alles goed kunnen zien.

Aga Djan

‘Mijn doorzettingsvermogen, mijn sterkte, dat komt allemaal door die oom en natuurlijk door mijn moeder’

Aan het begin van Het Huis van de Moskee staat “Aan Aga Djan, om hem te laten gaan”. Ik was heel benieuwd of Aga Djan echt iemand is geweest in uw leven of dat hij voor iets of iemand staat.

Aga Djan is honderd procent iemand geweest in mijn leven. Ik vertelde jullie dat mijn eigen vader doofstom was, maar hij was mijn vader vóór mijn eigen vader, want die was een bijzondere, lieve vader, maar door zijn handicap kon hij mijn voorbeeld niet zijn of ten minste, koos ik hem niet als voorbeeld. Ik koos wel mijn oom, de broer van mijn vader, als voorbeeld, als vader en ik noemde hem ook Aga Djan, wat ook betekent vader of mijn dierbare vader, en hij heeft een belangrijke rol in mijn leven gespeeld. Mijn doorzettingsvermogen, mijn sterkte, dat komt allemaal door die oom en natuurlijk door mijn moeder, maar omdat je die vraag stelt; hij bracht mij in contact met de grote wereld en daarom, toen hij oud was en alleen, zei ik tegen hem: “Ik heb uw leven geschreven, nu kunt u gaan.”

En hij was dus het hoofd van de moskee?

Ja, we woonden allemaal met vijf gezinnen in dat huis, Aga Djan was eigenlijk de man des huis. Hij regeerde alles. Iedereen heeft een eigen vader, maar hij was de man des huis, net als een land een koning heeft.

Tijdens het lezen hadden wij het gevoel dat Shahbal, de zoon van Moazen, Aga Djan ook meer als vaderfiguur zag dan zijn eigen vader, dus heeft u uzelf dan ook in het boek geschreven?

Ik heb veel van mijn eigen in Shahbal gezet. Ik zie Shahbal als mezelf in dat verhaal. En je hebt zelf ook gezien, het contact en de relaties tussen deze twee, de verhouding tussen die twee was precies dezelfde verhouding die ik met Aga Djan had.

kaderabdolah boek1

Op zoek naar Ramona

‘Ik zou leerlingen mijn laatste boek “Op zoek naar Ramona” adviseren, want het geeft je een ander blik op de samenleving.’

Welk boek van u moet volgens u eerst gelezen worden door iemand die nog niet bekend is met uw werken?

Net bij jullie docenten werd het boek “Spijkerschrift” genoemd. Maar ik zou de leerlingen mijn laatste boek “Op zoek naar Ramona” adviseren, want het geeft je een ander blik op de samenleving, hoe je het anders moet zien. Daarom denk ik dat dit boek belangrijk is.

In het boek dat u net noemde, “Op zoek naar Ramona”, beschrijft u hoe de Nederlandse man uit zijn bubbel breekt door nieuwe culturen te leren kennen. U kwam 34 jaar geleden naar Nederland uit Iran, een land met een heel andere cultuur.
Zijn er bepaalde dingen uit de Iraanse cultuur waar de Nederlandse mensen volgens u van zouden kunnen leren? 

Jullie hebben natuurlijk mijn boeken gelezen. Dit is een Oosterse cultuur, een gesluierde samenleving. Als je mijn boeken leest, maak je kennis met die heel intense Oosterse en vooral Iraanse cultuur. Als schrijver kan je niet direct zeggen dat dit op jou invloed gaat maken. Maar je leest het, je gaat die wereld in, en door die nieuwe kijk verander je een beetje.

Van mijn kant vind ik gesluierd zijn van de liefde interessant. De naakte liefde wil ik niet. In Nederlandse cultuur is alles recht aan, recht toe, duidelijk, “zeg het gewoon!”, maar in Perzische cultuur borduurt het een beetje er om heen. Liefde, niet alleen “laten we naar bed gaan”, maar ook extra dingen eromheen hebben. Ik vind het zo bijzonder dat er in sommige culturen families aanwezig zijn, tradities aanwezig zijn, de kleuren, gezang. Dat mis ik in Nederlandse cultuur en dat zou ik graag terug willen zien.

‘Ik ben een hele jaloerse schrijver. Als een schrijver een slecht boek schrijft, ben ik zo blij’

In de Kraai heeft de verteller het over het jaloers zijn op andere schrijvers en hij zegt dat hij bepaalde werken het liefst zelf had willen schrijven. Ervaart u dit gevoel ook wel eens en zo ja, bij specifieke boeken?

Oh, jazeker! Ik ben een hele jaloerse schrijver. Als een schrijver een slecht boek schrijft ben ik zo blij, zo gelukkig, ik hou van die schrijver. Maar als een andere schrijver een heel mooi boek schrijft, ik wil het boek tegen zijn kop slaan en hem daarna omarmen en hem feliciteren. Eerst slaan en dan omarmen. Maar vriendelijk slaan, en dan zacht tegen zijn kop slaan om mijn woede te uiten, om mijn jaloezie te uiten en dan hem omarmen en te feliciteren voor zijn absolute schoonheid.

Schrijven is een soort ambacht

Voor u, als schrijver, welk deel van de dag is het beste?

Schrijven is een soort ambacht, mijnwerker. Je begint om half acht en gaat bijvoorbeeld tot vijf uur, en van vijf uur tot twaalf uur ben je met je hoofd bezig, en wanneer je slaapt ben je er nog steeds mee bezig. In die zin houdt het nooit op, maar er moet een moment komen wanneer er opeens een nieuwe personage tevoorschijn komt die je niet verwachtte en van wie je niet weet waar hij of zijn je naartoe zal leiden. Dit is het mooist moment. Een nieuwe personage, wanneer je absoluut niet op hem of haar wachtte. In het boek over Ramona, dat Turks meisje had ik absoluut niet in gedachten, maar opeens boom!, en komt ze toch. Dat was een mooi moment.

Leest u recensies van uw boeken?

Natuurlijk, maar dit is, het is pijnlijk voor de schrijver om een lelijke recensie te krijgen maar van Harry Mulisch heb ik geleerd: de recensies houdt twee mensen een tijdje bezig en daarna wordt het vergeten: degene die het geschreven heeft en de schrijver die het leest. Dat is het; je schrijft, je publiceert en je moet niet verwachten dat iedereen stom gaat applaudisseren. Je bent bijzonder, dit is juist interessant. Ik heb honderden recensies gelezen waarin ik zowel geprezen naar de hemel als in de grond gestampt en getrapt werd, en dit is goed voor de schrijver, want je staat aan het voorfront, dus je moet kunnen incasseren en ook geprezen kunnen worden.

‘Ik houd heel erg van de Oosterse, Perzische klassiekers. En als je aan mij vraagt wat wil je Nederland geven, dan denk ik dat ik die klassiekers mee kan geven.’

Schrijft u ook wel eens recensies?

Ik kan niet hard zijn voor andere schrijvers. Het is me een paar keer gevraagd, maar nee, dat doe ik niet; een schrijver gaat twee jaar lang in een boek zitten en dan komt Kader Abdolah of iemand anders: ‘Nee, ik vind het niks’. Recensenten zijn een heel apart type. Iemand zei dat het mislukte schrijvers zijn en ze moeten hun rancune en gif ergens kwijt. Ik schrijf als het nodig is wel over boeken, maar meer over klassieke schrijvers die dood zijn. Ik ben niet de juiste persoon.

kaderabdolah boek3

Is er een literair genre waar u mee wilt experimenteren, maar nog steeds niet durft? 

Ja, ik houd heel erg van de Oosterse, Perzische klassiekers. En als je aan mij vraagt wat wil je Nederland geven, dan denk ik dat ik die klassiekers mee kan geven. Duizend en een nacht en de Koran heb ik gedaan, en nu ben ik met Rumi, de grootste Perzische dichter van alle tijden, bezig en ik denk dat ik volgend jaar met een boek over Rumi kom.

Hartelijk bedankt voor het interview en voor uw antwoorden!

De boeken van Kader Abdolah zijn via deze link te leen in onze mediatheek!
https://mencia-mendoza.auralibrary.nl/auraiczoekresultaatx.aspx

 

mencia gebouw libreon

Meer weten over ons onderwijs?

Neem dan vrijblijvend contact met ons op en we helpen je vanuit daar graag verder op weg!

Neem dan vrijblijvend contact met ons op en we helpen je vanuit daar graag verder op weg!